Deze luxe saucijzebroodjes heb ik gemaakt met champignons en gebakken ui. Ik wilde al een tijdje proberen om lekkere saucijzenbroodjes te maken. Eerdere pogingen waren niet heel succesvol, omdat het deeg vrij nat bleef ook na lang bakken.
Het geheim bij deze saucijzenbroodjes is, dat ze klein gesneden zijn. Zo kan het vocht uit de vulling ontsnappen en wordt de onderkant goed gaar.
Eigenlijk zijn het een soort Wellington saucijzenbroodjes geworden. Ik had het idee om de saucijzenbroodjes als een beef Wellington met duxelles te maken. Duxelles bestaat uit gemalen champignons met nog wat andere smaakmakers. Deze bak je uit, zodat al het vocht verdampt en je een soort champignonpasta krijgt.
Mijn idee bleek niet zo origineel, ik vond een recept van Paul Hollywood die Wellington sausage rolls maakte, waarbij hij er nog bloedworst en gebakken ui bij deed. Die gebakken ui leek mij een goed idee en die heb ik ook toegevoegd.
Voor de worst gebruikte ik een gewone braadworst, maar gebruik wat jij lekker vindt of voeg er nog wat extra smaken aan toe. Let op dat je een fijngemalen worst gebruikt. Een grove worst maakt het wat lastiger om te snijden en kan wat taai zijn bij het eten.
- Ingredienten:
- 400 g braadworst
- 250 g kastanjechampignons, schoongeveegd
- 1 teentje knoflook
- 2 takjes tijm, blaadjes gerist
- 3 uien, 2 kleine rode en 1 witte ui
- Vers bladerdeeg, ongeveer 24x40cm
- Peper en zout
- Boter of olie om te bakken
- Geklutst ei om het deeg te bestrijken
De gebakken ui en de duxelles kun je ruim van te voren bereiden.
Snijd de ui in dunne reepjes of in kleine stukjes, bak deze in een beetje boter of olie op een zacht vuurtje om langzaam te karameliseren.
Ik gebruikte 2 rode en 1 witte ui, maar je kan gebruiken wat je wil. Op de foto hierboven zie je dat ik ze niet helemaal donkerbruin heb gebakken.
Voor de duxelles doe je de kastanjechampignons, blaadjes tijm, peper en zout naar smaak en teentje knoflook in de keukenmachine. Maal deze zo fijn mogelijk, liefst tot een gladde pasta. Bak de gemalen champignons op een laag vuur in een beetje boter of olie. Na een tijdje begint het een beetje te borrelen en komt het vocht vrij. Roer regelmatig door.
Na een tijdje wordt het meer een soort samenhangend geheel en wordt het weer een pasta. Wanneer het vocht is weg gebakken zet je het vuur uit en laat je het mengsel afkoelen.
Verwarm de oven voor op 200°C en bedek een bakplaat met bakpapier. Zet ook alvast een kommetje met een beetje water en een kwastje klaar.
Laat het bladerdeeg even op temperatuur komen en snijd het in 2 repen. Met mijn deeg maakte ik 2 keer een reep van 12x40cm.
Verdeel de afgekoelde duxelles over de 2 repen, houdt ongeveer 1-1,5 cm vrij van de rand. Haal de worst uit de darm en leg bovenop de duxelles. Druk het vlees van de worst een beetje plat, zodat je de gebakken ui er wat makkelijker overheen kan verdelen. Verdeel de gebakken ui over het vlees.
Bestrijk de bovenste rand met een beetje water en vouw het deeg dicht. Druk de naad goed aan en rol de naad naar beneden. Snijd de rol in stukjes van ongeveer 3 cm en leg op de bakplaat.
Kluts een ei en bestrijk de saucijzenbroodjes met het ei.
Bak in het midden van de oven voor 20 tot 25 minuten, totdat ze mooi goudbruin en gaar zijn geworden.
Na het bakken leg ik de saucijzenbroodjes op een schoon vel bakpapier, zodat ze niet in het uitgelopen vocht en vet blijven liggen.
Serveer ze warm met bijvoorbeeld een beetje cocktailsaus al zijn ze koud en zonder saus ook lekker om weg te snoepen.